Zwerven door Nederland

Onverwacht Nederland (en een beetje over de grens)

Pagina 2 van 3

Zwerven door Mien Hogelaand

Noordkaap

De Noordkaap met zicht op de Eemshaven

Garnwerd, Sauwerd, Usquert, Aduard… Veel plaatsnamen in Noord-Groningen eindigen op ‘werd’, ‘uert’ of ‘uard’ en herinneren aan de wierden die hier ooit werden opgeworpen. Het landschap bestaat uit vriendelijke dorpen, kronkelende maren (waterlopen), zeedijken, molens en prachtige middeleeuwse kerkje. Een landschap om van te houden.

De geschiedenis van Noord-Groningen wordt bepaald door de strijd van de bewoners tegen de zee. De eerste Groningers vestigden zich op de hoog opgeslibde kwelders, legden akkers aan en gebruikten de natte en lage gronden voor hun vee. Ze beschermden zich tegen de oprukkende zee door verhogingen (wierden) op te werpen, waarop zij hun boerderijen bouwden.

Garnwerd aan Zee

De haven van Garnwerd

We starten onze verkenningstocht door Noord-Groningen in het kleine wierdedorp Garnwerd. Het dorpje, 18 kilometer ten noorden van Groningen-stad, ligt aan het Reitdiep, van oudsher de vaarverbinding tussen Groningen en Zoutkamp. Aan het water ligt Garnwerd aan Zee. Aan zee ligt de uitspanning niet, de naam is een eerbetoon aan het verleden toen het Reitdiep nog verbonden was met de Waddenzee en druk bevaren werd door handels- en vissersschepen op weg nar Groningen. Garnwerd ligt, zoals de naam al verraadt, op een wierde. Het ‘smalste straatje van Nederland’, zoals het 3 meter brede pittoreske straatje in elke reisgids wordt genoemd, leidt naar de 13de-eeuwse Hervormde kerk. De molen bij het water maakt de dorpsidylle compleet.

Ziekenzaal in voormalig klooster van Aduard

Van Garnwerd rijden we over smalle binnenwegen naar Aduard. Het passeren van tegenliggers levert geen problemen op, je ziet ze van verre aankomen en er zijn voldoende uitwijkmogelijkheden. Van de vele tientallen kloosters die ooit in Groningen stonden, zijn nauwelijks sporen terug te vinden. In een van de oudste huizen van het dorp Aduard is het kleine museum St.-Bernardushof gevestigd. In het museum krijg je een indruk van de macht en omvang van het klooster. Een enthousiaste museumgids neemt je mee naar de voormalige 13de-eeuwse ziekenzaal van het klooster – nu een kerk.

Lees verder in TopCamper #16, september 2018

Porto, stad van contrasten

Zicht op de Cais de Ribeira

Ruim 25 jaar geleden was Porto een vergeten en zielloze stad, nu is de stad vol toeristen en bruisend als nooit tevoren. Porto is trending. De stad werd in 2017 voor de derde maal bekroond als beste Europese bestemming en de binnenstad is sinds 1996 Unesco Werelderfgoed.

De historische stad bestaat uit een hedendaagse mix van middeleeuwse kerken met prachtig blauw tegelwerk, statige 19de-eeuwse stadspaleizen, postmoderne kantoren, steile straatjes met keitjes, brede boulevards, straten met trendy winkels en ambachtelijke bedrijven, donkere barretjes en pleinen met uitnodigende terrassen. Het is vooral de levendige rivierkade langs de Douro, de levensader van de stad, die Porto geeft. De beroemde Luís I-brug die opgebouwd lijkt uit duizenden Meccano-stukjes, verbindt Porto met Vila Nova de Gaia (en de rest van Portugal). Hier bevinden zich de portkelders met fraaie historische namen als Sandeman, Taylor en Cockburn’s die herinneren aan de Britse voorliefde voor port.

Overvloed aan blauwe tegeltjes
Het Praça da Liberdade met het ruiterstandbeeld van koning Pedro IV is het hart van de stad en tevens een goed oriëntatiepunt, je hebt zicht naar alle richtingen. Het plein loopt over in de statige Avenida dos Aliados. Veel gebouwen langs de ‘Aliados’ hebben imposante jugendstilgevels. Aan de noordzijde staat het stadhuis uit het begin van de 20ste eeuw. In westelijke richting loopt de Rua dos Clérigos langzaam omhoog naar de gelijknamige kerk en toren. In tegenovergestelde richting leidt een straat naar de Mercado do Bolhão, de grote overdekte markt waar naast souvenirs vlees, vis en groenten worden aangeboden. Deze overdekte ‘Albert Cuyp’ is ernstig in verval en wordt in 2018 voor een aantal jaren gesloten voor renovatie. Achter de markt start de Rua de Santa Catarina, de hoofdstraat van Porto’s chique winkelbuurt met halverwege Café Majestic, waar de sfeer van de Belle Époque wordt gekoesterd.

Van het plein is het een kort stukje lopen naar het monumentale Estação de São Bento waarvan de hal bedekt is met azulejos, blauwe siertegels. Op diverse tableaus staan taferelen uit de Dourovallei en scènes uit de geschiedenis van Portugal afgebeeld, waaronder de aankomst in 1387 van koning João I in Porto om er met Filipa de Lencastre te trouwen en de verovering van Ceuta door Hendrik de Zeevaarder.

[nggallery id=”6″]

Oude Dorp, het historische hart van Houten

Houten kent een lange geschiedenis. Bij de Hervormde kerk aan de brink (nu Plein) zijn restanten gevonden van een oude Romeinse villa (boerderij). Tot ver in de 20ste eeuw was Houten een klein dorp onder de rook van Utrecht. In 1966 werd het dorp aangewezen als groeikern om de snelgroeiende bevolking van Utrecht te kunnen opvangen. De bevolking groeide van 8.000 begin jaren ’70 van de vorige eeuw tot 48.000 in 2016.

Het moderne Houten kent drie centra met winkels en horecagelegenheden: Het moderne stadscentrum bij Het Rond, het nieuwe Castellum in Houten-Zuid en het kleinschalige oude dorp met terrassen en winkels aan het plein tussen de twee kerken. 

 

Arkel

Afslag Linge

Arkel ligt aan de Linge op een steenworp afstand van Gorinchem. Het dorp wordt omringd door water: de Linge, het Merwedekanaal en het Verbindingskanaal dat beide waterstromen met elkaar verbindt.

Arkel moet al vrij vroeg bewoond zijn geweest. De oudste sporen van bewoning zijn rond de Koepelkerk gevonden. In een lijst van inkomsten uit landerijen (pachtopbrengsten) uit 983 wordt de naam Arkel voor het eerst vermeld. Vandaar dat de bewoners in 1983 het duizendjarig bestaan vierden en het dorpsplein de naam Plein 1983 draagt. Arkel is een dorp dat in de jaren ’50 van de vorige eeuw groot geworden is. De meeste arbeiders werkten in de fabriek van Betonbak of in Gorinchem.

Eerder gepubliceerd in RegionaalUITgelicht, november 2018

Hardinxveld-Giessendam: een wandeling door Binnendams

Museum De Koperen Knop

Museum De Koperen Knop

Hardinxveld is een van de oudste nederzettingen in de Alblasserwaard. Het dorp otstond aan de monding van het veenriviertje de Giessen in de Merwede. Giessendam ontstond later rond een dam in de Giessen. In 1957 werden beide dorpen samengevoegd tot Hardinxveld-Giessendam. 

Bij de aanleg van de Betuwelijn in 1997 werd een 7500 jaar oud skelet van een vrouw – die al snel de toepasselijke naam Trijntje kreeg – en een even oude boomstamkano gevonden. In allerijl spoedden archeologen vanuit Leiden zich naar de vindplaats. Uit onderzoek bleek dat Trijntje ongeveer vijftig jaar was toen ze overleed, verschillende kinderen had gekregen en in goede gezondheid verkeerde. Haar tanden waren sterk afgesleten door het eten van ruw voedsel of het met de tanden bewerken van dierenhuiden. Een reconstructie van Trijntje is te zien in het plaatselijke museum De Koperen Knop.

Gepubliceerd in RegionaalUITgelicht

Rijsenburg: een dorp binnen een dorp

Kerkplein in Rijsenburg

Het plaatsnaambord vermeldt Driebergen-Rijsenburg maar iedereen spreekt over Driebergen. Rijsenburg was tot 1931 een zelfstandige gemeente die als enclave nagenoeg ingesloten was door het grotere dorp Driebergen. Tot 2006 vormden beide dorpen samen de gemeente Driebergen-Rijsenburg die toen ging in de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

In 1818 werd Rijsenburg losgemaakt van Driebergen. Op een kaart uit de Gemeente-Atlas van Nederland uit 1868 zijn de langgerekte gemeentegrenzen duidelijk te zien. De gemeente strekte zich uit van de Langbroekerweg tot de Arnhemsebovenweg met de huidige Rijsenburgseweg als centrale as. Onder de kaart staat ‘218 bunder (hectare), 315 inwoners’. Driebergen was 2417 bunder groot en telde 1817 inwoners.

 

Beneden-Leeuwen, van ‘tussendorp’ tot hoofddorp

Molen in Beneden-Leeuwen

Wamel, Beneden- en Boven-Leeuwen liggen als een 8 km lang lint langs de zuidelijke oever van de Waal. Tot 1900 gingen de katholieken uit de dorpen naar de kerk van Boven-Leeuwen, maar in dat jaar werd de nieuwe RK-kerk in Benedeneind – van het huidige Beneden-Leeuwen was nog geen sprake – ingewijd. Benedeneind groeide uit Beneden-Leeuwen.

De naam Leeuwen is afgeleid van het Germaanse woord ‘hlaiwa’ dat
grafheuvel betekent. En ‘beneden’staat voor ‘beneden aan de rivier’ ofwel
stroomafwaarts. De Zandstraat, de drukke winkelstraat die dwars door het dorp loopt
van oost naar west, is al heel oud. In 2002 werden bij opgravingen sporen
van een oude Romeinse nederzetting teruggevonden.

Doorn, Een vergeten arboretum

Meerstammige beuk

Aan de Keijenbergseweg, de weg van Bennekom naar Heelsum, ligt ter hoogte van hectometerpaal 4,8 het Arboretum Oostereng. Een heel ander arboretum dan de twee bekende arboreta in Wageningen (De Dreijen en Belmonte). Het ligt verscholen tussen de bossen en je zou er -als er geen bordje stond – zo voorbij lopen. Het werd in 1911 aangelegd door de bekende tuinarchitect Leonard Springer in opdracht van de familie Insinger. De familie had in 1910 hier een landhuis laten bouwen. In 1941 werd het landgoed verkocht aan Staatsbosbeheer en de villa door bombardementen verwoest. Het arboretum raakte in vergetelheid en overwoekerd. In 2011 werd het herontdekt en dankzij een groep vrijwilligers is het arboretum weer zichtbaar.  
Het arboretum is ontsloten door het Bomenpad, een 1,4 km lang pad door het bos slingert. Vrijwilligers die het arboretum onderhouden hebben her en der bordjes met de namen van bomen, struiken en planten geplaatst en kleine informatiepanelen. Een leuke wandeling langs een imposante meerstammige beuk, door een tunnel, en langs een edele zilverspar, een bakstenen bank en – heel leuk – een reuzenxylofoon. Dat wordt zeker teruggaan in de lente!

Meer informatie: www.arboretum-oostereng.nl

 

Lienden: de erfenis van baron van Brakell

Kerk van Lienden

Aan de Provincialeweg N320 ligt ter hoogte van Ommeren op het landgoed den Eng het Streekmuseum Baron van Brakell.
De baron was een bijzonder man. Daarover waren zijn tijdgenoten het eens. Een militaire loopbaan lag voor de hand voor een man van zijn stand, maar een ‘ongemak aan den voet’ weerhield hem daarvan. Hij werd boer, of liever landbouwpionier.

Van Brakell (1768-1852) was niet alleen zijn tijd vooruit in het boerenbedrijf, maar ook in de omgang met zijn pachters. De baron en zijn vrouw bewoonden Huize Den Eng. Het huidige huis, schuin tegenover het museum, staat op de plek van het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste oorspronkelijke landhuis.   Het echtpaar kreeg geen kinderen en liet al zijn geld na aan een fonds voor de behoeftigen in Meerten, een buurtschap ten zuiden van Lienden. Ook de bouw van het nieuwe museum werd uit de nalatenschap bekostigd.

Gepubliceerd in: RegionaalUITgelicht, oktober 2017
Lees het volledige artikel > p15

Achterkant hamel

Graf baron van Brakell

De charmante stadjes van Hageland

In het oostelijke deel van de provincie Vlaams-Brabant ligt Hageland. Die naam dankt de regio aan het kreupelhout (‘hage’) dat na de middeleeuwse ontginningen de velden bedekte. Hageland kent naast charmante stadjes een vriendelijk glooiend landschap met wijngaarden. Leuven is een stad op mensenmaat, beperkt in omvang maar met grootse bezienswaardigheden.

Net als het ‘Hollandse’ Brabant kun je ook in Vlaams-Brabant volop Bourgondisch genieten van Hagelandse wijnen en bieren met smakelijke namen als Wolf, Tiense Zoeg, Hoegaarden en Broeder Jacob. Bovendien heeft ieder dorp of stadje wel zijn eigen specialiteit, van noppen in Scherpenheuvel tot kruidkoek in Diest. Je kunt uit eten in een van de vele restaurants en brasserieën of genieten van een ‘koffietje’ in een café of op een terras.

 

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 Zwerven door Nederland

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑