Onverwacht Nederland (en een beetje over de grens)

Categorie: Dorpen en stadjes in Rivierenland (Pagina 1 van 2)

Neerijnen, dorp aan de Waal

Neerijnen is gelegen aan de rivier de Waal en vooral bekend om het gelijknamige kasteel dat tot 2019 het stadhuis van de gemeente Neerijnen was. Maar sinds Neerijnen in 2019 opging in de  nieuwe gemeente West Betuwe staat het adellijke huis leeg. Het Stroomhuis, gevestigd in een voormalig schakelstation, is een bruisend cultureel centrum annex ‘UIT-spanning. Een aantal oude boerderijen en de oude dorpsschool aan de Van Pallandtweg geven het dorp sfeer.

Slagboom op de dijk

De slagboom op de Waaldijk vermeldt met sierlijke letters Tieler- en Culemborgerwaarden. Op de hoek van de dijk met de Voorstraat kun je nog met enige moeite in het venster boven de deur ‘Cafe Biljart Neerijnen’ lezen. Het etablissement is gesloten en door de nieuwe eigenaren verbouwd tot woonhuis. Het terras moet destijds een spectaculair uitzicht hebben geboden op de Rijswaard, een uiterwaard met een rijkdom aan planten, hooilanden, weilanden en een oude rivierloop, de Kil. In het voorjaar en de zomer bloeien de wilde kruiden hier uitbundig. ’s Winters vind je er grote groepen ganzen en eenden. Er loopt een wandelpad door de waard richting Waardenburg. Gelukkig is de horeca niet uit Neerijnen verdwenen, met Het Stroomhuis heeft het dorp nog steeds een café (echter zonder biljart).

Dorpskerk

Kasteel Neerijnen
Binnendijks pronkt het kasteel Neerijnen dat door een fraai parkbos is verbonden met het buurkasteel Waardenburg. De geschiedenis van beide kastelen is nauw met elkaar verbonden. Het huidige kasteel Neerijnen werd in circa 1600 gebouwd op de fundamenten van het oude huis Klingelenburg dat in 1574 werd verwoest. De eerste eigenaren van Neerijnen waren ook heer van Waardenburg. In 1974 werd het landgoed Neerijnen en Waardenburg door de laatste eigenaar aan het Geldersch Landschap overgedragen. Aan het einde van oprijlaan staat achter de ophaalbrug het kasteel enigszins zielloos te wachten op een nieuwe bestemming. Alleen de fontein in de kasteelgracht spuit uitbundig. 

Appels & peren

Kasteeltuin en kerk
De Kasteeltuin leverde tot het overlijden van Julie Elise baronesse van Pallandt van Neerijnen en Waardenburg in 1972 groenten, kruiden, fruit en bloemen voor de bewoners van het kasteel. Na haar dood raakte de tuin in verval totdat in 1996 vrijwilligers begonnen met het opknappen van de gebruikerstuin en deze in oude staat herstelde. Het is een  prachtig ingerichte tuin, waar de freule graag op het bankje onder de lommerrijke bomen had willen verpozen.
De neogotische Hervormde kerk valt op door het gebruik van een okergele steensoort. De kerk, een ontwerp van stadsarchitect A.M.A. Gulder uit het naburige Zaltbommel, werd in 1865 gebouwd en verving een oudere kerk. Het interieur bevat nog een eikenhouten preekstoel en de herenbank die gereserveerd was voor de bewoners van het  kasteel.

Aan de overzijde van de weg ligt achter de witte slagboom met Het Geldersch  Landschap het oude parkbos dat zich uitstrekt tot kasteel Waardenburg. Oorspronkelijk had het een barokke opzet, met rechte lanen, later zijn daar slingerende paden in aangelegd.

Het Stroomhuis
Het bospad langs de Voorstraat leidt naar het Stroomhuis, het voormalige onderstation van de toenmalige Provinciale Gelderse Elektriciteitsmaatschappij (PGEM). Het werd in 1951-52 gebouwd en verzorgde de elektriciteitsvoorziening in de Tieler- en de Bommelerwaard. In 1987 werd het oude schakelstation overbodig en ternauwernood van de sloop gered. Wat overbleef is een fraai industrieel pand waar je bij UIT-spanning Het Stroomhuis (www.hetstroomhuis.nl) terechtkunt voor een kopje koffie met lekkernijen of lunch. Daarnaast organiseert de stichting Stroomhuis Neerijnen activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en landschap.

Wandelen
Het Stroomhuis is ook het vertrekpunt voor drie wandelroutes: rood (rondje Waardenburg, 2,4 km), groen (Rondje parkbos, 1,6 km) en geel (Rondje kasteel, 1,6 km). Typisch wandelingen voor een lazy zondagmiddag.

Beusichem en de paardenmarkt

Hervormde kerk in Beusichem

Vanuit Culemborg loopt de Beusichemse Dijk oostwaarts langs de Lazaruswaard en Beusichemse Waard. De Lek maakt hier een enorme lus noordwaarts terwijl de dijk de bocht afsnijdt. Om in het centrum van Beusichem (Beusekom) te komen moet je even de dijk, die nu Lekdijk West heet, verlaten.

In 1884 tekende Jacobus Graandijk, de wandelende dominee, in zijn boek Wandelingen door Nederland met pen en potlood het volgende op toen hij Beusichem aandeed: ‘Toen de spoorbaan Utrecht en ’s Hertogenbosch nog niet verbond, was het Beusichemsche veer de plaats, waar de rijtuigen en postwagens tusschen die beide hoofdsteden de Lek overstaken. En al is die drukte belangrijk verminderd, nog steeds is ’t verkeer er levendig, vooral als ’t Beusichemsche paardenmarkt is.’
Nog steeds vaart het veer heen en weer over de Lek, al zijn de rijtuigen en postwagens vervangen door auto’s en fietsen. Het voormalige veerhuis, ooit wacht- en dranklokaal voor de pont, heet nu ’t VeerHuys waar op een zonnige dag bezoekers vanaf het terras de drukte rond het veer gadeslaan en van een pannenkoek genieten.

Rond de Markt

Rond de schaduwrijke langgerekte Markt staan de kerk, het (voormalig) gemeentehuis, enkele oude boerderijen en monumentale panden die namen dragen als De Zwaan, De Roskam en Dorpslust. Beusichem was tot 1978 een zelfstandige gemeente. Het plein wordt ‘opgesierd’ door een moderne muziektent. De toren en het koor van de Hervormde kerk dateren uit de eerste helft van de 15de eeuw; het witgepleisterde schip is 14de-eeuws. Tegen de muur hangt een gedenksteen die herinnert aan de vreselijke watersnoodramp van 30 januari 1809. ‘an 18 30/1 09 no / hier rust in ’t volkrijk graf, het achttiental van lijken / de prooi des watervloeds’, zo luiden de eerste regels. De verwoesting die water en ijs, opgezweept door de zware storm, hier aanrichtten, was onbeschrijfelijk. Jammer genoeg kun je de kerk niet van binnen bekijken; er hangt geen briefje waar je de sleutel kunt afhalen.

Paardenmarkt

Markt, Beusichem

Sinds 1461 werd eenmaal per jaar op de Markt een grote paardenmarkt en kermis gehouden. De huizen rond het marktplein fungeerden dan als herberg. Toen de paarden een steeds minder belangrijke rol vervulden in het leger, verloor de paardenmarkt aan betekenis. De Paardenmarkt wordt nog steeds op de derde zaterdag in juni gehouden, al is het evenement uitgegroeid tot een feestweekend met allerlei activiteiten, zoals kermis, keuring van paarden en pony’s, braderie, dweilorkest en diverse artiesten die optreden in de feesttent.

Theater Heerenlogement, klein podium voor grote artiesten, is gevestigd in een voormalige paardenstal. Het is een klein, sfeervol theater dat geliefd is bij publiek en artiesten. Regelmatig staan er grote namen op de planken. Het Heerenlogement werd al in de 16de eeuw genoemd, al heette het toen vanwege de jaarlijkse paardenmarkt ‘Het Sweerte Peert’. Nu is het een restaurant.

Een rondje Beusekom

Het Engelrodepad is een 16 km lange wandeling rond Beusichem. Het startpunt is het informatiepaneel op de Markt. Je kunt ook kiezen voor een rondje Beusekom. Of doorlopen naar Zoelmond en dan weer teruglopen naar Beusichem.
De Meent is een druk bezocht recreatiegebied. De plas is ontstaan door zandwinning ten behoeve van de aanleg van de provinciale weg van Culemborg naar Kesteren. Lopend naar Zoelmond passeer je het landhuis Engelrode waarvan de bouwgeschiedenis teruggaat tot ca. 1470. Het huidige landhuis dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het fraaie kerkje aan het Plein in Zoelmond werd gebouwd rond 1400. Archeologische vondsten wijzen erop dat er hier zelfs ooit een Germaanse nederzetting is geweest. Via de Molenweg loop je weer terug naar de Markt in Beusichem waar een terras onder de schaduw van de bomen wacht.

Loop het rondje Beusichem (5,7 km), kaart.

Langs de sluizen van Vreeswijk

De sluis van Vreeswijk

De rivier de Lek en de sluizen hebben de ontwikkeling van Vreeswijk grotendeels bepaald. Het oude Vreeswijk heeft met zijn fraai gerestaureerde Oude Sluis, de Lekdijk, historische panden en smalle straatjes de sfeer van een rivierdorp. De aanwezigheid van het water is bijna voelbaar. De bankjes voor de houten schotbalkenloods op de dijk bieden een imposant uitzicht op het drukke scheepvaartverkeer over de Lek. Schepen draaien het Merwedekanaal in of zetten via het Lekkanaal koers naar Utrecht.

Rondje Vreeswijk
Het Rondje Vreeswijk, een 10 km lange wandelroute in de omgeving van Vreeswijk, is af te halen bij de Museumwerf Vreeswijk. Het is een ‘werkende’ werf, dat betekent dat er nog steeds schepen worden gerepareerd. In de werkplaatsen zijn vrijwilligers aan de slag in de plaatwerkerij, draaierij en timmerloods om onderdelen voor de historische schepen te repareren of te vervaardigen. In een losstaand roef op het werfterrein krijg je een indruk van het leven aan boord. Koken, eten, slapen, huiswerk maken; het dagelijks leven van de chippersfamilie speelde zich af in deze kleine benauwde ruimte. Geen wonder dat veel kinderen het schippersinternaat als een bevrijding ervaarden. Over het Prins Hendrik Internaat, dat in 2015 honderd jaar bestond, is tot de zomer een expositie gewijd. Je leest er ontroerende verhalen over het leven van schipperskinderen.

Het Bezoekerscentrum geeft een beeld van hoe de Vreeswijkse gemeenschap leefde van de schippers die moesten wachten voor het schutten in de sluis en hun inkopen deden in het dorp. Met de opening van de ver afgelegen Beatrixsluis in het Amsterdam-Rijnkanaal in 1938 verloren 23 kruideniers, 8 manufacturiers, 11 broodbakkers en nog tal van andere middenstanders hun inkomsten.

Oude Sluis
Vanaf het museum maakt de wandelroute een korte ronde door de binnenstad van Vreeswijk. De bordjes van het wandelnetwerk wijzen de weg. Het sfeervolle straatje de Oude Sluis is een waardige entree tot de binnenstad. Vanaf de brug kijk je op de komvormige Spuisluis of Rijkshulpsluis.

De Lekstraat ligt op de kop van een klein eiland tussen de Oude Sluis en Rijkshulpsluis. In 1373 werden er van stadswege ‘twe slusen van hout’ gebouwd, ter plaatse van de huidige Oude Sluis. De sluis verbond de Vaartse Rijn met de Lek. De aanleg van de sluis was een aanzienlijke verbetering omdat voordien de goederen over de Lekdijk moesten worden gedragen. Rondom het sluisje ontwikkelde zich in de loop der eeuwen Vreeswijk.

Vreeswijk

Rijkshulpsluis
In 1816 was de toestand van de Oude Sluis zo slecht dat deze werd afgesloten. Het scheepvaartverkeer werd tijdelijk via de Rijkshulpsluis gevoerd. In 1824 werd de gemoderniseerde sluis heropend. Met zijn zware sluisdeuren, brede trappen en een doorvaartbreedte van 8.05 meter behoorde deze tot de modernste van Nederland. Door de opening in 1892 van de Koninginnensluis in het Merwedekanaal verloor de Oude Sluis aan betekenis. De sluis is bij de dijkverbetering afgesloten en heeft geen schutfunctie meer. Wel is er nog een in- en uitlaat voor het water van de Lek voor de Utrechtse grachten.

Koninginnensluis
De panden langs de Dorpsstraat geven Vreeswijk het aanzien van een rivierdorp. Met enige fantasie zie je de drukte van destijds rond de sluizen voor ogen. De kloeke Sint-Barbarakerk aan  de Koninginnenweg werd in 1910 ingewijd. De wandeling steekt tweemaal het Merwedekanaal over. Eerst over de Wilhelminabrug, dan over de Emmabrug. De bruggen en de sluis zijn vernoemd naar de twee koninginnen die in 1892 de sluis openden. Het moeilijk voor te stellen dat de schepen soms in een lange rij lagen te wachten om geschut te worden.

Lekdijk

Vreeswijks Museum

De laatste etappe van het de wandeling gaat naar Fort Vreeswijk dat in 1853 werd aangelegd en onderdeel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het aarden werk diende ter verdediging van de sluizen die belangrijk waren voor het onder water zetten van een deel van de linie. Je ziet er nog een fortwachterswoning en een artillerieloods. Ook Het Vreeswijks Museum (voorheen Oudheidskamer) is er gevestigd.

Praktische informatie

Museumwerf Vreeswijk, Wierselaan 113, www.museumwerf.nl
Het Vreeswijks Museum, Fort Vreeswijk 1B, www.hetvreeswijksmuseum.nl

Langbroek, van Sterkenburg tot Sandenburg

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Image00002-1024x731.jpg
Het karakteristieke landschap rond Langbroek

De Brink met de historische kerk vormt het hart van het dorp (Neer)Langbroek. De vormt een fraaie afsluiting van het intieme plein met in het midden een pomp met lantaarn uit 1893. Van de eenvoudige gebouwde gotische kerk uit het einde van de 15e eeuw zijn alleen de toren en het koor overgebleven. Het schip van de kerk is in 1870 herbouwd. Achter de kerk ligt het dorpskerkhof met enkele opvallende grafmonumenten van de Langbroekse adellijke families.

Het plein ligt in de schaduw van de drukke Wijkerweg/Cotherweg die de Langbroekerdijk doorsnijdt. Tot ver in de 20ste was er nog geen sprake van het dorp Langbroek. Oorspronkelijk, en eigenlijk nog steeds, was er sprake van de dorpen Neerlangbroek en Overlangbroek. De naam is samengesteld uit de woorden lang en broek ‘drassig laagland’, met de toevoeging neder ‘lager gelegen, stroomafwaarts’ ter onderscheiding van hoger gelegen Overlangbroek.

Lees artikel (PDF)

Kasteeldorp Zoelen

Kasteel Zoelem

Vlakbij Tiel ligt het dorp Zoelen. Weg van de snelweg ademt het landschap nog altijd de sfeer van vroeger: een kasteel, boerderijen, boomgaarden en huizen langs de twee lange parallel lopende dorpswegen. De Stefanuskerk is een eerbiedwaardig rijksmonument waarvan de laatgotische toren rond 1500 gebouwd is.

Al in de Karolingische tijd moet er een kerkje gestaan hebben. De kerk met een toren die nog steeds van verre zichtbaar is, stond aan het begin van het verdwenen riviertje de Soel. Deze ‘modderige stroom’ mondde bij Zoelmond uit in de Lek. De korenmolen ligt vlakbij de kerk, net als de oude pastorie en het voormalige gemeentehuis annex oude dorpsschool. Naast de kerk prijkt nog steeds de oude herberg De Zoelensche Brug, ooit een veerhuis voor de oversteek van de Linge en nu een prima plek om onze wandeling te beginnen.

Kasteel Soelen en Aldenhaag

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Stefanuskerk-BH-2-1024x683.jpg
Sint Stefanuskerk

In 1884 beschreef dominee Craandijk in zijn boek Wandelingen door Nederland Zoelen als een ‘vrolijk en lieflijk landschap, om in de zomertijd een uitspanningsplaats te zijn voor de bewoners der omliggende steden en dorpen’, ‘een groot bos met daarin verborgen het kasteel Zoelen’. Het pad schuin tegenover de kerk loopt door het ‘bos’ naar het ‘verborgen’ kasteel dat op een klein rond eiland is gelegen. Het huidige kasteel en het bijbehorende koetshuis stammen uit de 17de eeuw. In die tijd werd rondom het kasteel een park aangelegd in de strenge barokstijl. De tuin werd een eeuw later deels heringericht in de romantische landschapsstijl. De geslaagde mengvorm van deze twee stijlen wordt wel de Soelense stijl genoemd.

Oude Dorp, het historische hart van Houten

Houten kent een lange geschiedenis. Bij de Hervormde kerk aan de brink (nu Plein) zijn restanten gevonden van een oude Romeinse villa (boerderij). Tot ver in de 20ste eeuw was Houten een klein dorp onder de rook van Utrecht. In 1966 werd het dorp aangewezen als groeikern om de snelgroeiende bevolking van Utrecht te kunnen opvangen. De bevolking groeide van 8.000 begin jaren ’70 van de vorige eeuw tot 48.000 in 2016.

Het moderne Houten kent drie centra met winkels en horecagelegenheden: Het moderne stadscentrum bij Het Rond, het nieuwe Castellum in Houten-Zuid en het kleinschalige oude dorp met terrassen en winkels aan het plein tussen de twee kerken. 

 

Arkel

Afslag Linge

Arkel ligt aan de Linge op een steenworp afstand van Gorinchem. Het dorp wordt omringd door water: de Linge, het Merwedekanaal en het Verbindingskanaal dat beide waterstromen met elkaar verbindt.

Arkel moet al vrij vroeg bewoond zijn geweest. De oudste sporen van bewoning zijn rond de Koepelkerk gevonden. In een lijst van inkomsten uit landerijen (pachtopbrengsten) uit 983 wordt de naam Arkel voor het eerst vermeld. Vandaar dat de bewoners in 1983 het duizendjarig bestaan vierden en het dorpsplein de naam Plein 1983 draagt. Arkel is een dorp dat in de jaren ’50 van de vorige eeuw groot geworden is. De meeste arbeiders werkten in de fabriek van Betonbak of in Gorinchem.

Eerder gepubliceerd in RegionaalUITgelicht, november 2018

Hardinxveld-Giessendam: een wandeling door Binnendams

Museum De Koperen Knop

Museum De Koperen Knop

Hardinxveld is een van de oudste nederzettingen in de Alblasserwaard. Het dorp otstond aan de monding van het veenriviertje de Giessen in de Merwede. Giessendam ontstond later rond een dam in de Giessen. In 1957 werden beide dorpen samengevoegd tot Hardinxveld-Giessendam. 

Bij de aanleg van de Betuwelijn in 1997 werd een 7500 jaar oud skelet van een vrouw – die al snel de toepasselijke naam Trijntje kreeg – en een even oude boomstamkano gevonden. In allerijl spoedden archeologen vanuit Leiden zich naar de vindplaats. Uit onderzoek bleek dat Trijntje ongeveer vijftig jaar was toen ze overleed, verschillende kinderen had gekregen en in goede gezondheid verkeerde. Haar tanden waren sterk afgesleten door het eten van ruw voedsel of het met de tanden bewerken van dierenhuiden. Een reconstructie van Trijntje is te zien in het plaatselijke museum De Koperen Knop.

Gepubliceerd in RegionaalUITgelicht

Rijsenburg: een dorp binnen een dorp

Kerkplein in Rijsenburg

Het plaatsnaambord vermeldt Driebergen-Rijsenburg maar iedereen spreekt over Driebergen. Rijsenburg was tot 1931 een zelfstandige gemeente die als enclave nagenoeg ingesloten was door het grotere dorp Driebergen. Tot 2006 vormden beide dorpen samen de gemeente Driebergen-Rijsenburg die toen ging in de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

In 1818 werd Rijsenburg losgemaakt van Driebergen. Op een kaart uit de Gemeente-Atlas van Nederland uit 1868 zijn de langgerekte gemeentegrenzen duidelijk te zien. De gemeente strekte zich uit van de Langbroekerweg tot de Arnhemsebovenweg met de huidige Rijsenburgseweg als centrale as. Onder de kaart staat ‘218 bunder (hectare), 315 inwoners’. Driebergen was 2417 bunder groot en telde 1817 inwoners.

 

Beneden-Leeuwen, van ‘tussendorp’ tot hoofddorp

Molen in Beneden-Leeuwen

Wamel, Beneden- en Boven-Leeuwen liggen als een 8 km lang lint langs de zuidelijke oever van de Waal. Tot 1900 gingen de katholieken uit de dorpen naar de kerk van Boven-Leeuwen, maar in dat jaar werd de nieuwe RK-kerk in Benedeneind – van het huidige Beneden-Leeuwen was nog geen sprake – ingewijd. Benedeneind groeide uit Beneden-Leeuwen.

De naam Leeuwen is afgeleid van het Germaanse woord ‘hlaiwa’ dat
grafheuvel betekent. En ‘beneden’staat voor ‘beneden aan de rivier’ ofwel
stroomafwaarts. De Zandstraat, de drukke winkelstraat die dwars door het dorp loopt
van oost naar west, is al heel oud. In 2002 werden bij opgravingen sporen
van een oude Romeinse nederzetting teruggevonden.

« Oudere berichten

© 2025 Zwerven door Nederland

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑